Ze kwam honderden jaren geleden, ademtocht van de lente: Hatu Şahnaz

De mensen zwegen, weer voerden de wapens het woord. De Erdelanezen uit het gebied Sine, kwamen oog in oog met de Iranese. De verdomde geschiedenis zou weer over bloed schrijven.

De wereldschone dochter van Mevlana Yakup Erdelani genaamd Hatu Şahnaz, trouwt uit eigen wil en na toestemming van haar familie met een man uit dezelfde streek genaamd Helo Han.

Het nieuws over de aanvang van de oorlog kwam niet als een verrassing. In het gebied van Mesopotamië kwam dit zo vaak voor, dat je het kan omschrijven als een ‘gewoonte’. Het is best moeilijk om iets wat zo destructief is te beschrijven in één woord. Of dat woord gepast is voor zo iets afschuwelijks blijft de vraag, maar het is de realiteit. Er is veel geweld gebruikt tegen de oorspronkelijke bevolking om zo het rijke land te overwinnen. Hiertegen werd er natuurlijk veel verzet en opstand geboden.

Şahnaz, kwam de kamer binnen. Haar man zei: “Zullen we ons voorbereiden” en zij bleef hem maar aanstaren. Helo Han kleedde zich eerst aan, vervolgens deed hij zijn beschermende vest aan. Hij pakte een met water gevulde flacon en deed zijn met touwen geweven tas om zijn nek, die hing tegen zijn zwaard aan.

Tussen de echtgenoten heerste enkel de stilte. De stilte, verteld je soms zo veel meer dan woorden zouden kunnen doen, woorden zouden tekortkomen bij deze stilte. Şahnaz, deed haar rode hoofddoek af en reek het uit naar Helo Han. Ze keek hem diep in zijn ogen aan. Ze was nog steeds stil. Echter was de betekenis van haar hoofddoek helder. ‘Neem het mee en breng het weer mee terug’ dit zei ze er zwijgend mee. Dus ‘kom terug, kom, blijf niet op het oorlogsveld’, dit bedoelde ze. Helo Han nam haar hoofddoek, de geweven tas en zijn zwaard te arm. Hij deed de deur open en liep naar buiten. Şahnaz liep meteen achter hem aan naar buiten door de half open deur. Ze liep naar haar echtenoot, maar die was zijn paart voor vertrek aan het klaarmaken. “Bescherm ons land en onze jongeren. Ik wil niet dat het bloed van onze vaders, broeders en vrouwen op dit heilige land wordt vergoten. Ik heb liever een dood met trots, dan dat dit land in handen komt van vreemden met kwade bedoelingen, deze gedachte maakt de dood minder eng” zei Şahnaz. Helo Han, wilde schreeuwen: ‘Dit is dus mijn vrouw’, in plaats daarvan wierp hij een blik vol met trots naar haar toe en lachte teder. Hij knikte bevestigend naar de wijze woorden van zijn vrouw en kuste haar op haar voorhoofd. Hij sprong op zijn paard en vertrok…

Er zou nu structureel bericht komen van het front. Şahnaz verwelkomde een ieder dat nieuws bracht hartelijk, ze waste hun kleding en maakte de lekkerste gerechten en ze zorgde ervoor dat ze op hun gemak waren. Ze vroeg altijd hoeveel mannen er waren gesneuveld en hield zich telkens weer in om maar niet de vraag te stellen hoe het met Han ging, ‘Iedere man die daar nu vecht, vecht voor zijn eer. Mijn man is daar ook één van. Maar hij is niet waardevoller dan de anderen die daar strijden. Hij is evenveel waard als een ieder van hen” zei ze. Deze woorden van haar hadden velen diep geraakt en zorgden ervoor dat er veel respect werd getoond jegens de vrouwen.

Helo Han was in het Bacirhan gebied, middenin de oorlog en was twee dagen verwijderd van Sine. Aan het begin van de oorlog bracht de overwinning van de Erdelanezen veel vreugde en opwinding. De Iranese die door kreeg dat ze de Erdelanezen niet aan konden, gingen vele gebieden om hulp vragen. Hun kreet om hulp was niet te laat. Het verontrustende was dat de mensen die kwamen helpen hun eigen volk was genaamd de Loristanezen. Lor Reisi Omer Gul, was de hoofdcommandant van de Sofi Leger en stuurde Kelp Ali Han hulp. Met dit fort zijn de rollen omgedraaid tussen de overwinnende en de verliezende partij. De Iranese hadden de Erdelanezen verjaagd tot het Arrez vallei die tegen Sine aan lag. De oorlog was verschoven naar dit gebied en het grond van de Erdelanezen kwam beetje bij beetje in gevaar.

Hatu Şahnaz kon dit niet aanzien en wilde niet machteloos toekijken. De Koerdische vrouw zou niet voor de eerste keer een wapen gebruiken. Vele vrouwen wisten hoe ze op een paard moesten rijden en leerden op jonge leeftijd een zwaard te gebruiken. De oorlog had met al zijn lelijkheid alles omsingeld en de geur des doods naderde. Angst, genocide, spanning en tranen klopten op de deur. In een dergelijk gevoelige periode was Hatu Şahnaz degene die onder de Erdelaneze jonge vrouwen het woord begon te verspreidden. Ze zei het beknopt en op een heldere manier; “Degene die van zijn vader en zijn broers en zusters houden, moeten in mannenkleding op het slagveld komen. Degene die in de handen van de Iranese willen belanden moeten blijven.” De vijand mocht niet weten dat het vrouwen waren, zodat ze niet verkracht konden worden. Ook mochten niet denken dat ze minder sterk waren dan de mannen, dus deden ze zich voor als de mannen. Dat was de reden om mannenkleding aan te doen. Een groep van 500 jonge vrouwen meldde zich na de noodkreet van Hatu Şahnaz. Deze grote leger van vrouwen in mannenkleding gingen allen te paard met zwaard onder leiding van Hatu Şahnaz deelnemen aan de oorlog.

500 dappere vrouwen betraden het oorlogsgebied, met vertrouwen in zichzelf en in hun commandant Sahnaz. De aanleiding was onduidelijk, maar er brak een enorme storm uit. Het regende zo hard dat je door de regen niet een ander in de ogen kon aankijken. Desondanks hebben ze drie dagen lang, hevig gevochten. De Koerdische vrouwen streden samen met de Koerdische mannen zij aan zij. Maar door de weersomstandigheden zouden ze nog 4 dagen vechten. Er waren alleen donkere wolken, de hemel was aardezwart. De Iranese hebben zich terug getrokken in de plaatsen van de Erdelanezen. In tenten wachtten ze tot het niet meer regende.

Maar er was één persoon die het wachten beu was. Zij stond aan het hoofd van het Amazone leger en heette commandant Hatu Şahnaz. Ze had meteen een plan voorbereid en ze verspreidde het onder haar strijders. Ze legde eerst haar plan uit en deelde vervolgens haar leger in vieren. Ze zouden de Iranese van het Sofi leger, die zich schuilden in tenten aanvallen op de plekken die ze gezamenlijk hadden afgesproken. Ze hadden alle tenten compleet verwoest. De hoofdcommandant van het Sofi leger genaamd Kelp Ali Han werd meteen omgebracht. Nadat hun commandant vermoord was, waren de Iranese van hun stuk en vluchtten weg.

Het gemengde leger van de Erdelaneze mannen en vrouwen zat hun achterna tot achter het Bacırhan gebied.

Hatu Şahnaz, keerde terug samen met haar leger. De Erdelanees Han, ging samen met zijn echtgenoot, die nu ook zijn kameraad was een stukje lopen. Gedurende de hele oorlog had Han de rode hoofddoek niet afgedaan en nu reek hij het uit naar zijn vrouw. Deze mooie dag, ging na een grote omhelzing, gepaard met een feest die de gemeenschappelijke overwinning van het volk werd.

De aarde is gelijk aan het hart van een vrouw. Ze was gered van slavernij van vreemden. Maar Hatu Şahnaz mag door de nieuwe generaties niet vergeten worden. Zij was een moedige vrouwelijke commandant en een held. In liederen, verhalen en in wiegeliederen heeft ze een vaste plek gekregen.

Wellicht zullen mensen die ooit gaan schrijven over de geschiedenis van strijdende vrouwen, het ook over haar hebben. Misschien zullen de strijdende Koerdische vrouwen van vandaag begrip en de tinteling in hun hart krijgen die deze vrouw honderden jaren geleden ook kreeg. Wie weet zullen ze haar in hun hart opnemen. Wie weet?

Vertaald door: Saime Atac

About the Author

Bir yanıt yazın

E-posta adresiniz yayınlanmayacak. Gerekli alanlar * ile işaretlenmişlerdir

You may also like these